Sinds ik in Indonesië ben geweest heeft de Indonesische keuken mijn hart gestolen. De kruiden zijn allemaal net wat warmer van smaak dan de andere smaken die je gewend bent van vele andere Aziatische keukens. Tijdens een kookworkshop in Ubud, Bali maakte ik voor het eerst zelf boemboe voor rendang. Zo leuk om dat zelf te doen! Daarnaast smaakt het ook nog eens veel beter dan uit een pakje. Na deze workshop heb ik de authentieke rendang nog vaak thuis gemaakt. De laatste tijd probeer ik minder vlees te eten. Ik merk dat dit helemaal niet moeilijk is omdat je zoveel (vaak nog lekkerdere) opties hebt. Deze vegan rendang maak je met champignons en aubergine, champignons voor de bite en aubergines voor de draadjes die ontstaan met het sudderen.

Ingrediënten
Voor de boemboe:
4 sjalotjes, gepeld
2 knoflooktenen, gepeld
4 cm gember
3 cm kurkuma
1 cm laos
2 stengels citroengras
3 rode pepers
2 kruidnagels
1 el kaneelpoeder
2 el korianderpoeder
1 el bruine suiker

600 g champignons, in reepjes gesneden
2 aubergines, in blokjes gesneden
1 tl tamarindepasta
3 el ketjap manis
800 ml  kokosmelk
100 g kokosrasp
1 stengel citroengras
2 limoenbladeren (als je deze niet hebt omdat ze alleen in de toko verkrijgbaar zijn hoef je deze niet perse toe te voegen)
Verse koriander

Bereidingswijze
1. Doe voor de boemboe alle ingrediënten in de keukenmachine en maal fijn tot een gladde pasta.
2. Verhit 2 el zonnebloemolie in een grote braadpan met dikke bodem. Bak hier de champignonreepjes en aubergine blokjes op hoog vuur in.
3. Voeg na 3 min de boemboe toe en bak 4 minuten mee. Doe hier vervolgens de tamarindepasta, ketjap manis, kokosmelk en kokosrasp bij. Roer om.
4. Splijt de citroengras open en maak knopen in de lange slierten zodat ze straks makkelijk uit de rendang te vissen zijn. Doe deze samen met de limoenbladeren bij het mengsel in de pan.
5. Plaats de deksel op de pan en laat minimaal een uur sudderen op laag vuur.
6. Serveer met rijst, verse koriander en ingelegde komkommer.